Een van de dingen waar ik van hou is ergens onverwacht iemand ontmoeten met wie ik een diepe band voel. Iemand in wie ik plotseling de weidse openheid ervaar, iemand die een taal spreekt die ik ook versta, iemand van wie mijn hart warm wordt. Iemand wiens voorkomen deze intieme connectie misschien niet zou doen vermoeden...

Onverwacht iemand ontmoeten die met een vanzelfsprekendheid meteen tot de kern van de zaak komt, die onconventionele woorden durft te spreken en radicale zienswijzen durft te verwoorden. Iemand die ik zou willen uitnodigen voor een koffie in het café om de hoek omdat ik nieuwsgierig geworden ben. Wie ik zou willen vragen: Hoe ben jij tot dit inzicht gekomen? Welke wegen heb jij bewandeld? Wie waren jouw leraren? In welke valkuilen ben jij gestapt? Van welke wegen heb jij later afscheid genomen? Van allemaal? Hoe veranderde je inzicht je leven?

En ik zou willen vertellen over de wegen die ik bewandeld heb om antwoorden te vinden op de knellende levensvragen over mijzelf en de wereld om me heen. Hoe dat zoeken tot een einde kwam door simpelweg te kijken en te zien wat er gegeven is, elk moment. Over hoe mijn leven daarna uiterst gewoon maar tegelijkertijd heel avontuurlijk werd. En hoe ik ervan hou om anderen te ontmoeten die eenzelfde tocht hebben ondernomen. Die ook de radicale waarheid hebben gevonden dat ze in essentie vrij zijn, zowel van zichzelf als van de wereld, en beide tegelijkertijd totaal omarmen. Minnaars van de waarheid die elkaar opeens ontmoeten, in levenden lijve of in het geschreven woord.

Een oud geschrift

In jou, naamloze schrijver van dit vers, ontmoet ik zo’n onverwachte vriend, in een oud geschrift uit een traditie waar ik weinig bekend mee ben. Ik kan elk woord onderstrepen van wat je zegt want jouw ervaring is de mijne:


De ware natuur van de Werkelijkheid moet gezien worden met het Oog van je eigen klaarblijkelijke Besef. Geen geleerde kenner kan dit voor je doen. Zoals je de ware vorm van de maan ook alleen maar kunt kennen door je eigen zicht, zo is het hier ook. Wat heb je aan andermans zicht?” (56)

En je vervolgt:


Bevrijding is niet mogelijk via allerlei systemen, zoals Yoga of Samkhya, of via rituelen of kennis daarvan. Ze is alleen mogelijk door het Besef van het niet-verschillend-zijn, of ‘één-zijn’, van jezelf en het Verschilloze. Er is geen andere weg.” (58)

 

Ik stel me voor dat we een lang gesprek hebben en uitwisselen over dat wonderbaarlijke moment waarop de schellen van onze ogen vielen. Waarin we vertellen wat onze wegen of praktijken ons wel of niet gebracht hebben, en hoe ze ons wel of niet klaarstoomden om de werkelijkheid te zien. En we ons afvragen of ‘klaarstomen’ eigenlijk wel nodig is.

Ik zou vertellen dat ik eerst dacht dat er alleen het klassieke model is van leraar en leerling om tot inzicht te komen en dat dit natuurlijk jaren of decennia zou kunnen duren. Dat ik nu een andere aanpak heb ontdekt waarin je onmiddellijk ziet wie je werkelijk bent, en dat dat ‘zien’ de aanvang van een nieuwe levensreis is. Dat het onder ogen zien en laten gaan van alles wat daar niet mee in overeenstemming is sowieso een leven duurt. Maar dat dat gedaan kan worden vanuit zelf het onderscheidende inzicht hebben en niet afhankelijk is van een praktijk of leraar die dat voor je doet. Dat dit misschien het nieuwe paradigma is als we collectief wakker willen worden, als mensheid. Ik ben benieuwd wat jij, mijn nieuwe vriend, daarop zou zeggen.

 

Een ziekte gaat niet over bij het noemen van de naam van een genezend drankje – je zult het zelf moeten drinken. Zo kan er ook geen bevrijding zijn door alleen maar over het Absolute te praten. Bevrijding is alleen mogelijk door onmiddellijk ervaren.” (64)


Ja, zou ik antwoorden….

En toevoegen: maar ook hou ik van mooie taal. Ik hou van originele woorden. Ik hou van het gestamel van iemand die het doorslaggevende inzicht net gekregen heeft en woorden probeert te vinden om die ervaring te delen.

Ik hou van spirituele leraren en schrijvers die hun unieke jargon ontwikkelen om hun inzichten te communiceren. Ik hou van alle pogingen om het exact juiste woord te vinden om de waarheid aan te duiden, de fijne precisie waarmee iemand zijn woorden probeert te kiezen. Als hoofdredacteur van InZicht hou ik van alle verscheidenheid waarmee de schrijvers hun inzichten weergeven.

Woordloos

Maar meer nog hou ik van het feit dat de directe ervaring woordloos is. Met opluchting laat ik alle taal en correctheid vallen en rust in de stilte waar ieder woord uit voortkomt. De stilte waaruit ik zelf voortkom, net als jij, mijn nieuwe vriend. De stilte die tussen alle woorden hangt, ononderbroken, tijdloos, plaatsloos, haast tastbaar aanwezig. Kunnen woorden hiernaar verwijzen? Zeker. Kunnen ze de stilte zelf ook maar beroeren? Onmogelijk.

Het is de stilte waarmee ik het liefst communiceer. Met mijn kat die dit feilloos begrijpt. Met de kinderen met wie ik werk. Met mijn liefste, mijn vrienden, de mensen in mijn workshops. In die momenten waarop onze ogen elkaar vangen en er tussen de woorden even die ontspanning, die glimlach, dat stille geluk opkomt dat we allemaal kennen en delen. De stilte die ik met jou deel als ik je woorden op het papier even laat rusten ...

Op het moment dat ik dit schrijf bezoek ik vrij onbewoond noordelijk Canada, waar de uitgestrektheid deze stilte nog versterkt, haast tastbaar maakt. Het enkele menselijke geluid zinkt onmiddellijk weg in haar grenzeloosheid. Maar het is dezelfde stilte die aanwezig was in het drukke stadse café waar ik de eerste helft van dit stukje schreef. Alles komt en gaat. Het hele leven komt en gaat. Ook dit bewustzijn komt en gaat, zinkt terug in de ondoorgrondelijke woordeloze en eeuwige stille diepte waaruit het voortgekomen is.

Artikel voor InZicht november 2022 op basis van drie verzen uit de Viveka Chudamani

Karin Visser

Minnaars van de waarheid die elkaar opeens ontmoeten, in levenden lijve of in het geschreven woord.

Geplaatst in Uncategorized.